Dinsdagavond stond het bijwonen van een aandeelhoudersvergadering van een nieuwe Alblasserwaardse BV op de agenda. Daarvoor reisde ik niet af naar een moderne vergaderzaal met mannen en vrouwen in pakken en mantelpakken, maar bezocht ik in plaats daarvan een klassieke bruine kroeg.
Voor onze kerstspecial wilden we namelijk een verhaal schrijven over de zeven mannen die het roemruchte café Boerenklaas van een verdwijnen in de vergetelheid gered hebben. Ze stonden me graag te woord in het nieuwe onderkomen; niet meer aan de voorzijde, dat inmiddels verbouwd wordt tot restaurant, maar aan de achterzijde, waar de feestzaal is omgebouwd tot café.
Het leverde een verhaal op over - zwaar aangezet - het nemen van maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het mooie vind ik altijd bij dit soort initiatiefnemers uit onze streek dat die grote woorden vaak ontbreken. Het kost me geen enkele moeite om de pagina die we voor dit onderwerp gereserveerd hebben te vullen, maar over het waarom van hun actie weidden ze eigenlijk niet zo uit. Het wordt bijna min of meer als vanzelfsprekend gezien om zo je schouders onder de leefbaarheid in je dorp te zetten.
Extra bijzonder is dat het zevental absoluut geen stamgasten waren, die meerdere avonden per week in de Boerenklaas waren te vinden. ‘Zo'n kroeg moet je bewaren; als-ie eenmaal weg is, komt-ie nooit meer terug’, constateerden ze nuchter. En dat zonder dat ze er zelf veel wijzer van worden; zelfs het voorrecht van vrij drinken aan de bar is de aandeelhouders niet gegund, zo leerde navraag mij!